De ene WIA-beoordeling is de andere niet. Wist u dat het UWV ook kan beoordelen op basis van wat een medewerker in praktijk doet, in plaats van alleen op papier? Wanneer een medewerker langdurig ziek is en een WIA-uitkering aanvraagt, komt het UWV in beeld voor de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid. Naast de gebruikelijke (theoretische) WIA-beoordeling bestaat er ook een praktische beoordeling. In dit artikel leggen we het verschil uit – en waarom dit relevant is voor iedereen die te maken heeft met langdurig verzuim, re-integratie of het WIA-traject.

Wat is een theoretische WIA-beoordeling?

Bij de reguliere WIA-beoordeling kijkt een verzekeringsarts van UWV naar wat de medewerker medisch gezien nog wel en niet kan. Op basis van die gegevens bepaalt een arbeidsdeskundige vervolgens welke functies iemand theoretisch nog zou kunnen uitvoeren. Deze functies komen uit een computersysteem met voorbeeldfuncties (het CBBS).

De mate van arbeidsongeschiktheid wordt dan bepaald door het verschil tussen het oude loon (maatmanloon) en het theoretische loon dat iemand nog zou kunnen verdienen in passende functies.

Deze manier van beoordelen is standaard, maar houdt niet altijd rekening met wat iemand in de praktijk werkelijk nog doet of kan.

Wat is een praktische WIA-beoordeling?

Bij een praktische WIA-beoordeling kijkt het UWV niet naar theoretische functies, maar naar wat de medewerker daadwerkelijk al doet en verdient in het aangepaste werk. Als dit werk representatief is voor de resterende mogelijkheden, kan dit als uitgangspunt worden genomen voor de beoordeling.

Belangrijke voorwaarden zijn:

  • De medewerker werkt al (deels) in aangepast werk.
  • Het werk past bij de medische belastbaarheid.
  • De functie is structureel en realistisch op lange termijn.
  • Het loon en het aantal uren zijn voldoende stabiel om te beoordelen.

In plaats van een theoretische inschatting, baseert UWV zich dus op de feitelijke situatie.

Wanneer is een praktische beoordeling zinvol?

Een praktische beoordeling is vooral geschikt als:

  • Een medewerker succesvol is gereïntegreerd in aangepast werk.
  • Het tweede spoor heeft geleid tot passend werk bij een andere werkgever.
  • Er twijfel is over de toepasbaarheid van theoretische functies.
  • Werkgever en medewerker duidelijkheid willen die aansluit bij de praktijk.

Wat zijn de voordelen van een praktische beoordeling?

Voor medewerkers:

  • Minder stress over onrealistische functies.
  • Meer erkenning voor het werk wat ze nu al doen.

Voor werkgevers:

  • Snellere en eerlijkere beoordeling van de situatie.
  • Minder kans op bezwaar- of beroepsprocedures.
  • Beter voorspelbare uitkomst na twee jaar loondoorbetaling.
  • Meer grip op het proces en betere aansluiting bij het re-integratieverslag (RIV).
  • Praktische uitkomst die de realiteit weerspiegelt, geen papieren werkelijkheid.

Voorbeeld uit de praktijk

Een medewerker werkt sinds enkele maanden 24 uur per week in een passende, aangepaste functie binnen de eigen organisatie. De functie sluit goed aan bij de medische belastbaarheid en is duurzaam ingericht. Bij de WIA-aanvraag besluit het UWV een praktische beoordeling uit te voeren. In plaats van te kijken naar functies uit het systeem, baseert het UWV het oordeel op het feitelijke loon in het huidige werk. Dat levert een realistisch WIA-percentage op – en veel minder onzekerheid voor alle betrokkenen.

Wat kunt u doen?

Bespreek op tijd of een praktische beoordeling mogelijk en wenselijk is. Zorg dat het aangepaste werk goed is gedocumenteerd, inclusief taken, uren en salaris.

Draag deze informatie ook uit naar medewerkers: zij hebben vaak geen weet van deze mogelijkheid, terwijl het juist hún situatie betreft.

Meer informatie of advies nodig?

Een praktische WIA-beoordeling kan in sommige gevallen dus een goede keuze zijn, in plaats van een klassieke theoretische beoordeling. Heeft u advies nodig of meer informatie wat u in de situatie van uw medewerker het beste kunt doen? Neem dan gerust contact met ons op.